MACHTSMISBRUIK

inleiding

Vandaag op 10 juni 2021 voelde ik me geroepen om een iets meer uitgebreide definitie van het woord of begrip MACHTSMISBRUIK  te geven. Directe aanleiding is een zogenaamd ernstig zieke man die het voornemen zegt te hebben om mij een zeer groot geldbedrag te willen schenken, maar daar eerst zelf een aanzienlijk bedrag voor wil ontvangen om zijn gift werklelijk mogelijk te maken. Uiteraard ben ik ontvankelijk voor iemand die mij werkelijk wil ondersteunen, maar iemand die mij werkelijk wil ondersteunen zal ook weten dat ik vrijwel geen bezittingen heb en moeite heb om aan genoeg geld te komen om zo en zo voor mijjn pleegdochter en mijn vrouw te kunnen zorgen. Dagelijks ondervinden miljoenen mensen pogingen van mensen om op de meest creatieve wijze andere mensen geld afhandig te maken met grote beloften. Om je toch gewoon te kunnen blijven verwoorden op een verstandige wijze aan iemand die zelfs beweert dat hij vanuit de Heer tot je is gekomen en werkelijk een oprecht mens zal zijn, wilde ik hem dit beeld niet ontnemen, maar wilde ik hem wel een passend antwoord kunnen geven via mijn  taal die mij gegeven is.

Machtsmisbruik 

de gevonden betekenis

Machtsmisbruik = opzettelijk gebruik van macht op een verkeerde/slechte manier.
Het gebruik van de macht, het gezag of het vertrouwen dat je geniet voor oneigenlijke of illegitieme doeleinden, d.w.z. doeleinden die niet overeenkomen met de voorwaarden waaronder je die macht of dat gezag oorspronkelijk hebt verworven.
Machtsmisbruik kan heel veel verschillende vormen aannemen, waaronder manipulatie, intimidatie, verduistering maar ook psychisch of fysiek misbruik.
Machtsmisbruik heeft meestal betrekking op de relatie tussen een gezagdrager (bv. een ambtenaar, een manager, een rechter, een ouder) en een of meerdere ondergeschikten of mensen die vertrouwen op de legitimiteit van de gezagdrager (bv. burgers, werknemers, een beklaagde, en kind). Het komt voor in alle contexten en is van alle tijden.
Mensen hebben over het algemeen een moeilijke relatie met macht, en kunnen vaak niet aan de verleiding weerstaan om macht te gebruiken om zichzelf (onverdiende) voordelen en privileges toe te kennen.
Corruptie, het aannemen van steekpenningen en geschenken van lobbyisten en gebruiken van belastingsgeld voor persoonlijke doeleinden: het zijn allemaal voorbeelden van machtsmisbruik dat ertoe leidt dat de burger zijn vertrouwen in politici verliest.

mijn betekenis

(de geformuleerde betekenis in mijn taal)

De kracht van verworven afhankelijkheid valselijk en vooral doelbewust te gaan bespelen waarmee je vertrouwen van een medemens zeer in diskrediet brengt. De mens die deze fout tegen komt kan lering trekken uit goede voorbeelden die werkelijke liefde voorstaan, zoals bijvoorbeeld Mattheus 4:8-10

POWER ABUSE

the introduction
Today, June 10, 2021, I felt compelled to give a slightly more extensive definition of the Dutch word MACHTSMISBRUIK (power abuse). The immediate reason is a possibly seriously ill man who says he wants to give me a very large amount, but first wants to receive a considerable amount of now only 750 euros (first this was EUR 1280, -) in his bank account in order to actually be able to make his own donation. to make. Of course I am open to someone who really wants to support me in money, but someone who wants to support me in real money also knows that I am almost out of money and struggling to get enough money to send money to my wife and foster daughter for the necessities of life. Every day, of course, millions of people are faced with attempts by people to take their money with big promises in the most creative way. In order to keep sensibly expressing myself to someone who even claims that he has come to me out of faith in the Lord and will really be an upright and sick man, I did not want to immediately reject this image completely, and I make an effort to give him a to give an appropriate answer in a well-considered language.

POWER ABUSE

the found meaning

Abuse of power = intentional use of power in a wrong/bad way.
Using the power, authority, or trust you enjoy for improper or illegitimate purposes, i.e., purposes inconsistent with the terms under which you originally acquired that power or authority.
Abuse of power can take many different forms, including manipulation, intimidation, embezzlement, but also psychological or physical abuse.
Abuse of power usually refers to the relationship between an authority figure (e.g. a civil servant, a manager, a judge, a parent) and one or more subordinates or people who rely on the legitimacy of the authority figure (e.g. citizens, employees, a defendant, and child). It occurs in all contexts and is of all times.
People generally have a difficult relationship with power, and often cannot resist the temptation to use power to grant themselves (undeserved) benefits and privileges.
Corruption, taking bribes and gifts from lobbyists and using taxpayers' money for personal purposes are all examples of abuse of power that leads citizens to lose faith in politicians.

 

Own definition:

(the formulated meaning in my language)
To falsely and deliberately play the power of acquired dependence, which greatly discredits the trust of a fellow human being. The person who encounters this error can learn from good examples that represent real love, such as Matthew 4:8-10

Het verhaal van Mattheus 4:8-10

De duivel nam Hem mee naar een zeer hoge berg en toonde Hem alle koninkrijken van de wereld en hun glorie. En hij zei tegen Hem: Dit alles zal ik u geven als u neervalt en mij aanbidt. Toen zei Jezus tegen hem: "Ga weg, Satan!! Want er staat geschreven”: “Gij zult de Here, uw God, aanbidden, en Hem alleen zult gij dienen.

Opmerkingen Mattheüs 4:8-10 (THE NEW TESTAMENT-RECOVERY VERSION)
1. Koninkrijken – Openb. 11:15
2. Wereld – Johannes 12:31
3. Wereld – Johannes 14:30
4. Glorie – vgl. Dan. 4:30
5. Aanbid mij – Openb. 13:4
6. Satan! – mat 16:23
7. Satan! – 1 Kron. 21:1
8. Satan! – Job 1:6
9. Satan! - Zacheria. 3:1
10. Satan! – Openb. 12:9
11. U zult - Deut. 6:13
1. 12. Alleen – 1 sam. 7:3
13. Koninkrijken – Verslagen in zijn verleiding op religieus gebied, presenteerde de duivel zijn derde verleiding aan de nieuwe koning, dit keer in het rijk van de glorie van deze wereld. Hij toonde Hem alle koninkrijken van de aarde en hun heerlijkheid. De volgorde van de verleidingen van de subtiele persoon
- ten eerste met betrekking tot het menselijk leven;
ten tweede, met betrekking tot religie;
en ten derde, met betrekking tot wereldse glorie - is bijzonder verleidelijk in relatie tot de praktische zaken van het menselijk leven.
14. 9-Alle Luke 4:6 zegt dat de koninkrijken van de wereld en hun heerlijkheid werden geleverd aan de duivel; daarom geeft hij ze aan wie hij wil. Voor zijn val werd Satan als de aartsengel door God aangesteld om de heerser van de wereld te zijn. Ezech. 28:13-14 Daarom wordt hij "de heerser van deze wereld" genoemd
(Johannes 12:31) en houdt alle koninkrijken van deze wereld en hun heerlijkheid in zijn hand. Om aanbeden te worden, presenteerde hij dit allemaal om de pas gezalfde Koning te verleiden. De hemelse Koning overwon deze verleiding, maar de komende Antichrist niet. (Op 13:2 en Op 13:4)
15. Satan, uit het Hebreeuws, betekent tegenstander. Satan is niet alleen Gods vijand buiten Gods Koninkrijk, maar ook Gods tegenstander binnen Gods koninkrijk, waar de rebellen tegen God in opstand komen.
16. De nieuwe koning berispte de duivel voor zijn presentatie en versloeg hem door op de grond van de mens te gaan staan om alleen God te aanbidden en te dienen. Om iets anders dan God te aanbidden of te dienen. Aanbidden of iets anders dan God dienen voor winst is altijd een verzoeking van de duivel, die aanbidding kan verzekeren.

 

1. Openbaring 11:15  Toen blies de zevende engel op zijn trompet. En in de Hemel klonken luide stemmen, die zeiden: "Nu is de Heer onze God, koning van de wereld, samen met de messias. Zij zullen voor altijd heersen.


2. Johannes 12:31 (joh12:30 Maar Jezus zei:"die stem sprak niet tegen mij, maar teen jullie!" ) Nu is het beslissende moment voor de wereld gekomen! Satan zal uit de wereld gegooid worden. (Joh 12:32 En ik zal een hoge plaats krijgen boven de aarde. Dan zal alle mensen die bij mij horen, naar mij toe halen.") ( (Joh 12:33) Met de hoge plaats bedoelde Jezus niet alleen de hemel, maar ook zijn plaats aan het kruis. Want hij zou aan het kruis sterven.)

3. Johannes 14:30 ( Joh 14:29 Jezus: Ik vertel jullie nu al wat er met mij zal gebeuren. Dan zullen jullie het geloven als het straks zover is. ),, Ik zal niet lang meer met jullie spreken. Want Satan, de heerser van de wereld, komt er aan om mij gevangen te nemen. Hij heeft geen macht over mij, maar het moet gebeuren. Want alle mensen moeten weten dat ik van de Vader houd, En dat ik precies doe wat de Vader van mij wil.

4. Daniel 4:30  ( Dan .4:28-29) Terwijl ik nog aan het praten was, hoorde ik een stem uit de hemel: "Luister, Nabbukadnessar, jij zult niet  later zijn. Geen mens wil nog iets met jou te maken hebben. Je moet bij de dieren leven en gras eten als een koe. Dat zal zeven jaar duren. Dan zal je begrijpen dat de allerhoogste God ovr alles regeert. Hij geeft macht aan wie hij wil.")  Op dat ogenblik gebeurde met mij precies wat er gezegd was. Niemand wilde nog iets met mij te maken hebben. Ik begon gras te eten als een koe. Ik was 's nachts buiten, ook al was het koud en nat. Mij haar werd even lang als de veren als een adelaar. Mijn nagels groeiden door. Mijjn handen leken op de poten van een vogel.

5. Openbaring. 13:4  Ze eerden de draak omdat hij zijn macht aan het beest gegeven had. En ze eerden het beest door te roepen:"Niemand is zo sterk als het beest. Niemand kan een oorlog tegen hem winnen!"

6. Mattheus 16:23 Jezus zegt aan zijn disscipelen van wat er met hem zal gebeuren: (Mat.16:22 Toen nam Petrus Jezus mee, weg van de andere leerlingen. Hij zei tegen Jezus:"Nee, dat mag niet gebeuren! God zal u beschermen Heer" Maar Jezus draaide zich om en zei tegen Petrus:"Achteruit jij , Satan! Houd me niet tegen. Jij denkt aan wat mensen willen, maar niet aan wat God wil."

7. 1 Kronieken 21:1  Satan wilde Israel in de problemen brengen. Daarom zei hij tegen David:"Je moet alle sterke mannen van Israel en Juda laten tellen."
8. Job 1:6  Op een dag kwamen de engelen in de hemel bij de Heer. Een van die engelen was Satan. Hij wilde Job kwaad doen.

9. Zacharia  3:1  (over de vierde droom van de hogepriester Jozua) Daarna zag ik hogepriester Jozua staan. Tegenover hem stond een engel van de Heer, en  hem stond Satan. Satan beschuldigde Jozua van slechte dingen

  1. Openbaring 12:9  De grote draak werd op de aarde gegooid, samen met zijn engelen. Hij is de slang uit de oude tijd, die de mensen ook wel duivel of Satan noemen. Hij verleidt de mensen op aarde om slechte dingen te doen.

 

  1. Deuteronomium. 6:13  Als jullie in dat land wonen, vereer dan alleen de Heer. Heb alleen eerbied voor hem. En als je iets plechtig belooft, noem dan alleen de naam van de Heer. (Deut 6:14 14 vraag niet om hulp aan de goden van anddre volken. Anders wordt de Heer, jullie God, kwaad.)

12  1 samuel 7:3 Toen zei Samuel: Willen jullie de Heer weer gaan dienen? Doe dan alle beelden van afgoden weg. Ook het beeld van de godin Astarte. Vertrouw alleen op de Heer en dien geen andere goeden. Dan zal de  Heer jullie redden van de Filistijnen. (1 Samuel 7:4 Dat deden de Israelieten. Ze deden de beelden van de afgoden Baal en Astarte weg. En dienden alleen nog maar de Heer.)                          

13  (zie boven)

14 Lucas 4:6 De duivel zei: “Ik geef al deze landen en al hun rijkdom aan jou. Want ik ben er de baas over, en ik kan ze geven aan wie ik wil. (Lucas 4:7 Je hoeft alleen maar te knielen en mij te eren, dan is alles van jou. )

15 Johannes 12:31 (zie 2)                                         

16 Openbaring 13:2 Het beest leek op een panter, maar het had de poten van een beer en de tanden van een leeuw. Aan dat beest gaf de draak zijn kracht en zijn koninklijke macht.  (op. 13:3) Het beest was dodelijk gewond aan een van zijn koppen, maar de wond genas. Alle mensen waren diep onder de indruk en liepen het beest achterna)        

17 Openbaring 13:4 Ze eerden de draak omdat hij zijn macht aan het beest  gegeven had. En ze eerden het beest door te roepen: "Niemand is zo sterk als het beest. Niemand kan een oorlog tegen hem winnen.

THE STORY OF MATTHEW 4:8-10

The devil took Him to a very hight mountain and showed Him all the kingdoms of the world and their glory. And he said to Him, All these will I give You if youwill fall down and worship me. Then Jesus said to him, “Go away, Satan!! For it is written”:  “You shall worship the Lord your God, and Him only shall you serve.

Notes of Matthew 4:8-10  (THE NEW TESTAMENT-RECOVERY VERSION)

1. Kingdoms – Rev. 11:15
2. World – John 12:31
3. World – John 14:30
4. Glory – cf. Dan. 4:30
5. Worshop me – Rev. 13:4
6. Satan! – mat 16:23
7. Satan! – 1 Chron. 21:1
8. Satan! – Job 1:6
9. Satan! - Zech. 3:1
10. Satan! – Rev. 12:9
11. You shall - Deut. 6:13
12. Only – 1 sam. 7:3
13. Kingdoms – Defeated in his temptation in the religious sphere, the devil presented his third temptation tot he new King, this time in the realm of the glory of this world.
He showed Him all the kingdoms of the orld and their glory. The sequence of the subtle one’s temptations
- first, in regard to human living;
- second, in regard to religion;
and third, in regard to worldly glory
- is especially seductive in relation tot he practical affairs of human life.

14. 9-All Luke 4:6 says that the kingdoms of the world and their glory were deliviered tot he devil; hence, to whomever he wills he gives them. Before his fall, Satan as the archangel, was appointed by God to be the ruler of the world. Ezek. 28:13-14 Hence, he is called “The ruler of this world”
(John 12:31) and holds all the kingdoms of this world and their glory in his hand. Seeking to be worshipped, he presented all these to tempt the newly anointedKing. The heavenly King overcame this temptation, but the coming Antichrist will not.
( Rev 13:2 en Rev 13: 4 )
15. Satan, from Hebrew, means adversary. Satan is not only God’s enemy outsite Gods Kingdom but also God’s adversary within God’s kingdom, where the rebels against God.
16.The new King rebuked the devil for his presentation and defeated him by standing on the ground of man to worship and serve only God. To worship or to serve anything other than God .
To worship or to serve anything other than God for gain is always a temptation from the devil, that may secure worship.

 

1. Revelation 11:15  Then the seventh angel blew his trumpet. And in Heaven there were loud voices, saying, "Now the Lord our God, King of the world, is together with the Messiah. They shall reign forever.


2. John 12:31 (John 12:30 But Jesus said: "That voice did not speak to me, but to you!" ) Now the decisive moment has come for the world! Satan will be cast out of the world. (John 12:32 And I will be given a high place above the earth. Then all men who belong to me will bring to me.” (John 12:33) By the high place Jesus meant not only heaven, but also his place on the cross, for he would die on the cross.)

3. John 14:30 (John 14:29 Jesus: I already tell you what will happen to me. Then you will believe it when it comes. ),, I will not speak to you for long. For Satan, the ruler of the world, is coming to take me captive. He has no power over me, but it must be done. For all men must know that I love the Father, And that I do exactly what the Father wants of me.

 

4. Daniel 4:30  (Dan .4:28-29) While I was still talking, I heard a voice from heaven: "Listen, Nabbukadnezzar, you will not be late. No one wants to do anything with you anymore. You must live with the animals and eat grass like a cow. That will take seven years. Then you will understand that the Most High God reigns over all things. He gives power to whomever he pleases.")  At that moment happened to me exactly what was said. Nobody wanted anything to do with me anymore. I started eating grass like a cow. I was out at night even though it was cold and wet. My hair grew as long as the feathers of an eagle. My nails continued to grow. My hands looked like the legs of a bird.

5. Revelation. 13:4 They honored the dragon because he gave his power to the beast. And they honored the beast by shouting, "No one is as strong as the beast. No one can win a war against him!"

6. Matthew 16:23 Jesus tells his disciples what will happen to him: (Matthew 16:22 Then Peter took Jesus away from the other disciples. He said to Jesus, “No, that must not happen! God will protect you Lord." But Jesus turned and said to Peter, "Stand back, Satan! Don't stop me. You think about what people want, but not what God wants."

7. 1 Chronicles 21:1  Satan wanted to get Israel into trouble. So he said to David, "You must number all the mighty men of Israel and Judah."
8. Job 1:6  One day the angels in heaven came to the Lord. One of those angels was Satan. He wanted to harm Job.

9. Zechariah 3:1  (about the fourth dream of the high priest Joshua) Then I saw the high priest Joshua standing. Opposite him stood an angel of the Lord, and next to him stood Satan. Satan accused Joshua of evil things

10. 10. Revelation 12:9 The great dragon was thrown to the earth, along with his angels. He is the ancient serpent, which people also call the devil or Satan. He tempts the people of the earth to do bad things.

  1. Deuteronomy. 6:13 If you dwell in that land, worship the Lord only. Just respect him. And when you make a solemn promise, only mention the name of the Lord. (Deut 6:14 14 Do not ask for help from the gods of other nations, lest the Lord your God be angry.)
  2. 12  1 Samuel 7:3 Then Samuel said, Will you go back to serve the Lord? Then put away all the images of idols. Also the statue of the goddess Astarte. Trust only in the Lord and serve no other good. Then the Lord will save you from the Philistines. (1 Samuel 7:4 This is what the children of Israel did. They took away the idols of Baal and Ashtarte, and they only served the Lord.)                                       
  3.  (see above)

14 Luke 4:6 The devil said, “I give all these lands and all their riches to you. Because I'm in charge of them, and I can give them to whoever I want. (Luke 4:7 All you have to do is kneel down and worship me and everything will be yours.)                                                      

15 John 12:31 (see 2)                                             

16 Revelation 13:2 The beast was like a panther, but it had the feet of a bear and the teeth of a lion. To that beast the dragon gave his strength and his royal power. (Rev. 13:3) The beast was mortally wounded in one of its heads, but the wound healed. All the people were deeply impressed and ran after the beast)                                                                         

17 Revelation 13:4 They honored the dragon because he gave his power to the beast. And they honored the beast by shouting, "No one is as strong as the beast. No one can win a war against him.