Voorbeelden van kunstenaars
For Ceseli Josephus Jitta (b. 1952), independent artwork and the creation of picture books are different forms of expression for her artistic skill. That skill is considerable and multi-faceted and has been honed at the Académie Julien (Paris) and the Rietveld Academie (Amsterdam). She takes a daring approach to both her art and her picture books, employing a variety of techniques and bold colours. Her first picture book, Jan Jappie en de Veelvraat (1999) was promptly rewarded with a ‘Vlag en Wimpel’ and the illustrations were selected for the exhibition Dutch Oranges (Bologna, 2001). Jitta’s lively and varied compositions are always surprising. Furthermore, she avoids any overlap of text and picture, which means her stories can be seen and listened to on different levels, lending a poetic subtlety to the everyday. Lola en de leasekat is her fifth large-format picture book.
Ceseli Josephus Jitta Amsterdam
Conradstraat 423-G 1018NE Amsterdam 020-6704308
ceseli@ceseli.nl | http://www.ceseli.nl/
Geboren op 10 augustus 1952
Ceseli Josephus Jitta
Toen ik van de academie afkwam had ik nooit gedacht dat ik ook zou gaan illustreren. Het illustreren is geleidelijk gegroeid naast mijn werk als vrij kunstenaar en is een steeds grotere plaats gaan innemen. Een vrije kunstenaar kan elk kunstwerk dat hij maakt anders maken als hij dat wil, elk object staat op zich zelf. Een illustrator moet zorgen dat er binnen het boek dat hij illustreert een eenheid ontstaat. Ik probeer om binnen elk boek zoveel mogelijk vrijheid te nemen, zodat er wel een eenheid ontstaat, maar toch elke pagina verrassend is. Daarom beperk ik me niet tot één techniek in één boek. Ik ben begonnen met het maken van prentenboeken, die ik zelf ook schrijf, nadat ik al teksten van anderen had geïllustreerd. Ik vind de ‘eigen’ prentenboeken het leukste om te doen. Het werk eraan komt het meest overeen met het maken van een vrij kunstwerk. Ik kan binnen de begrenzing van een boek mijn gang gaan, mijn idee ontwikkelen en ook de woorden van het verhaal zelf kiezen. Ik vind de beperking die de boekvorm met zich meebrengt een leuke puzzel om op te lossen, bijvoorbeeld: welke maat moet het boek krijgen, hoeveel keer 8 pagina’s heeft het nodig, wat moet met een illustratie in het boek en wat juist met tekst.
Zo groeit een idee langzaam tot een prentenboek dat uiteindelijk in de boekwinkel te koop is. Andere prentenboeken van mij zijn: Wat is er toch met Lola Fink?, De wolkenfabriek, De diamant van Opa.
Voor meer over Ceseli Josephus Jitta ga naar: www.ceseli.nl
Ceseli Josephus Jitta maakt illustraties, schrijft soms ook zelf de tekst en is vrij kunstenaar. In 2000 kreeg ze een Vlag en Wimpel van de penseeljury voor haar illustraties in Jan Jappie en de Veelvraat. In 2007 is zij genomineerd voor de Gouden Uil Jeugdliteratuur voor Lola en de Leasekat. Voor dit boek kreeg ze later dat jaar een Zilveren Griffel en een Vlag en Wimpel van de penseeljury.
Geboren: |
10 augustus 1952 te Wassenaar |
|
Opleiding: |
Academie Julien (Parijs) en de Rietveld Academie (Amsterdam). |
|
Werk: |
Ze geeft teken- en schilderles en is naast illustratrice ook vrij kunstenaar. |
|
Eerste boek: |
Sinterklaas (1986) |
|
Bijzonderheden: |
Ze maakte samen met Josee Hussaarts van jeugdtheater Kwatta een theatervoorstelling, gebaseerd op het boek Wat is er toch met Lola Fink? Ze schilderde een achterdoek van 4x8 meter, een enorme maat voor een prentenboek maker! |
|
Ooit gezegd: |
´Mijn uitgangspunt bij de illustraties en tekst is: hoe simpeler hoe beter.´ |
Deze site geeft een indruk van mijn werk:
- Vrije kunst die te zien is geweest op exposities in Nederland en in het buitenland. Het gaat hierbij zowel om ruimtelijk werk als werk op het platte vlak, met gebruikmaking van verschillende technieken
- Ontwerpen voor CD-hoesjes, affiches en theatervoorstellingen
- Boekillustraties voor prentenboeken, gemaakt in opdracht of bij eigen teksten
Een gedeelte van het hier getoonde werk is alsnog voor aankoop in voorraad.
Over ontwerpopdrachten kan via het mailadres kontakt worden opgenomen.
klik op de bewegende vis hiernaast om door te gaan
De kunstenares weet een opmerkelijke sfeer te scheppen met haar interieurtjes en familietafereeltjes. Niet alleen door haar zeer gedurfde kleurgebruik, maar ook door een originele kijk op de scènes, die ze wil uitbeelden. Alles ademt een weldadige intimiteit. Kleuren, blikveld en compositie dragen daar allen toe bij. De blik van de bezoeker wordt als het ware getrokken tot iets kleins. Het gewone, het alledaagse krijgt daardoor een poëtische subtiliteit. De levenswarmte, ingetogenheid en de sfeer van geborgenheid werpen over het hele oeuvre en waas van melancholie zonder de sprankelende frisheid van het werk geweld aan te doen. Dat de tekenlerares Ceseli Josephus Jitta meerdere technieken met groot gemak bezigt is alleen maar een onderstreping van haar bijzondere talent.
Ceseli Josephus Jitta heeft zich haar eigen weg moeten banen naar de beeldende kunst.
(-) Ceseli Josephus Jitta legde zich aanvankelijk voornamelijk toe op de etskunst en vervolgens op de gouache en collage om vervolgens een symbiose te vinden in de pastel zonder de grafiek, de gouache en de collage te verzaken. Haar bereik vindt ze van het ontroerend menselijke en ironische tot het bijna huiselijke. Altijd van allure en met een verbazingwekkend gerijpt beeldend vermogen.
TROUW door Jac. Lesz: Spontaniteit wat de klok slaat dat is een van de 't eerst In het oog vallende dingen bij het werk van de Amsterdamse kunstenares Oeseli Josephus Jitta (30). Zij maakt op het ogenblik haar debuut met een tentoonstelling in Galerij Lenten te Epse. Het is een kleurrijk schouwspel, waarbij de pastels domineren. Mooi werk met een eigen accent, ongecompliceerd ook maar zonder oppervlakkig te worden. Ceseli J.J. bouwt haar pastels veelal op uit verticaal, soms diagonaal verlopende strepen. Deze manier verleent de pastels een bepaalde levendigheid. iets dynamisch. zelfs wanneer het om op zichzelf zeer rustige, bijna statische onderwerpen gaat. Een interieurtje bij voorbeeld, een puber voor de kaptafel of zelfs een pastel met een handvol mensen om een graf. Gewone, dagelijkse zaken zijn het die Ceseli J.J. intrigeren. Enkele mensen in een kamer, een meisje dat zich uitstrekt in het bad, een pianoles. een vrijage. Toch heeft het een bepaalde meerwaarde. Het is figuratief werk, hoewel niet direct realistisch. Misschien kan het omschreven worden met poëtisch expressionisme. Blauw is een favoriete kleur. Fraai zijn ook de etsen, gouaches en collages. Ook hier een economisch gebruik van middelen.
KUNSTBEELDdoor Magda van Emde Boas: Israël Galerie, Prinsengracht 744, Amsterdam
Na eerder in Galerij Lenten in Epse te hebben geëxposeerd, maakt Geseli Josephus Jitta haar Amsterdams debuut in de Israël Galerie Ceseli Josephus Jitta is van vele markten thuis: pastel, collages, droge naald etsen, gouaches en aquarellen zijn media, die zij volmaakt beheerst.
Naast enkele oudere collages exposeert zij nu in Amsterdam voornamelijk aquarellen en etsen op één thema: vrouw, mannetje en hond. Het heeft iets weg van een strip-verhaal, vooral in de etsen zijn elementen van cartoons herkenbaar. Maar het is toch geen vervolgverhaal, eerder een vrije associatie op het onderwerp. Daarbij is de vrouw telkens een weelderige, bijna wulpse, naakte figuur, het mannetje veel kleiner en netjes in het pak met hoed en al, en de scotch terriër al naar gelang een kleiner of groter huisdier, dat in deze erotisch aan elkaar gebonden trias een soort bemiddelaars functie bekleedt. Hij brengt de vrouw en het mannetje bij elkaar, druipt verdrietig af, als de twee geen aandacht meer aan hem besteden en hij dus zijn schuldigheid heeft gedaan, en wordt tenslotte tegelijkertijd met het mannetje met een schop de laan uitgestuurd. Uit deze reeks blijkt een sterk illustratief talent. Ceseli is naast haar vrije werk ook bezig met het illustreren van kinderboeken maar de aquarellen en etsen zijn veel meer dan illustraties. Met sarcastische humor en sober kleurgebruik (de etsen worden telkens met één rood accent verrijkt) weet zij een hele wereld van intimiteit en psychologische diepte op te roepen. Uit de aquarellen en etsen daarentegen spreekt een reeds gerijpt talent.
DE TYPHOON, 9 - 10 – 1986 Israël Galerie, Prinsengracht 744, Amsterdam In « 29 variaties op een thema » laat Ceseli Josephus Jitta in de Israel Galerie in Amsterdam een komisch-erotisch beeldverhaal zien van een forse vrouw, alleen gekleed in rode schoenen, een mannetje met bolhoed en bijpassende kledij en een hond. Eigenlijk laat zij die geschiedenis twee keer zien. eerst in drogenaald grafiek en daarna nog eens heel fraai in aquarel. Of het verhaal bij de feministes in goede aarde zal vallen, Is niet helemaal zeker, maar het eindigt er in ieder geval mee dat mannetje en hond uitgeput en uitgeblust door de stoere dame, met een forse schop op straat belanden. De grafiek in fotokopie ook samengebracht in een boekje heeft een duidelijk sterker erotische lading dan de aquarellen, waarschijnlijk omdat Ceseli Josephus Jitta haar beelden met enkele rake lijnen in de plaat kraste. De verdere uitwerking in de beeldschone aquarellen haalt het verrassende effect een beetje weg. De aquarellen kunnen dan ook beter buiten de reeks van 29 gewaardeerd worden dan de grafiek. In de aquarellen hebben de scherpe lijnen plaats gemaakt voor zachte kleurvlakken, die zeer beeldend zijn maar toch een beetje de scherpe kantjes van het verhaal halen.
HAARLEMS DAGBLAD, 6 - 9 – 1995 Achter de Zuilen Bloemendaal Van Ceseli Josephius Jitta zijn er aquarellen en collages te die opvallen door een grote kleurintensiteit.
HET WITTE WEEKBLAD, editie 157, week 7/186 Galerie Kunst 2001
Van kunstenares Ceseli Josephus Jitta zijn in de galerie 28 aquarellen en collages te zien. Voor haar collages gebruikt Ceseli Josephus Jitta handgeschept gekleurd papier waardoor er een boeiend samen-
spel ontstaat van kleur en oppervlakte. Haar werken zijn opvallend groot van formaat en hebben als thema 'vrouw'.
LEIDS DAGBLAD, 27 - 1 - 2001
door Manon Wigny: Werk van docenten: Ars Aemuka Naturae Piterskerkgracht Leiden
te zien t/m 4 - 2, vr, za en zo 13.00 - 17.00 uur Het werk van Ceseli Josephus Jitta springt eruit. De twee werken zonder titel bestaan uit zwarte leistenen paneeltjes, waarop met verf en potlood koppen zijn afgebeeld in wit met een enkele toets zilver, roze of goud. Het werk aan de wand bestaat uit zestien panelen, waarop steeds een kop en profile is weergegeven. Het liggende werk bestaat uit tien. naast elkaar gelegen panelen met aandoenlijke koppen, die je aankijken. De gezichten trekken je aan ze zijn olijk en maf.
Ceseli Josephus Jitta
Biography
Olivier Diepenhorst
Regisseur Olivier Diepenhorst wint
ITs Ton Lutz Award 2013
Op de laatste avond van de 24ste editie van ITs Festival Amsterdam zijn vanavond maar liefst acht awards uitgereikt. In een afgeladen Compagnietheater presenteerden actrice Hanneke Last en acteur Tijn Docter de feestelijke awardshow. De ITs Ton Lutz Award, de prijs voor de beste regie, gaat dit jaar naar Olivier Diepenhorst met de voorstelling Berenice.
De jury van de ITs Ton Lutz Award schreef in zijn rapport: “Deze regisseur heeft een verhaal te vertellen, hij daagt het publiek uit na te denken en stimuleert zijn acteurs tot wonderbaarlijk, emotioneel spel. De jury herkent een groot talent in hem en een belofte voor de toekomst.” Diepenhorst, student aan de regie opleiding van De Theaterschool Amsterdam, wint € 3.500,- aan prijzengeld, te besteden aan de verdere ontplooiing van zijn talent en een begeleidingstraject op maat t.w.v. € 2.000,- aangeboden door Cultuur-Ondernemen. Bovendien wordt de voorstelling opnieuw geprogrammeerd in het Compagnietheater.
De ITs Krisztina de Châtel Award is gewonnen door Floortje Doeksen, choreografiestudente aan Fontys Dansacademie (Tilburg), die met haar voorstelling Logorroico, Logorrhea te zien was binnen het programma The Makers Present Dance. De jury: “De zeggingskracht van het werk van Floortje Doeksen is groot, haar voorstelling zit technisch goed in elkaar; een spannende opbouw, de gedurfde afstand tot- en wisselwerking met het publiek, goed gebruik van de ruimte, kortom alle elementen kloppen.” Doeksen ontvangt € 4.500,- aan prijzengeld, te gebruiken voor verdere persoonlijke en artistieke ontwikkeling. Daarnaast mag ze haar choreografie nogmaals vertonen in Melkweg Theater en haar nieuwe werk volgend jaar tonen op ITs 2014.
De Kemn-A-ward, de prijs voor de meest veelbelovende, talentvolle acteur of actrice, is dit jaar gewonnen door Eva van Gessel. studente aan ArtEZ toneelschool uit Arnhem. De jury schreef: “Eva ontroert en intrigeert. Zowel in de rol van autistische dochter als in de rol van de onzekere theatermaakster die de dochter creëerde. Haar timing, humor, originaliteit, gelaagdheid, muzikaliteit en samenspel maken haar tot een grote belofte voor de toekomst.” Van Gessel ontvangt € 1.000,- te besteden aan vliegtickets naar een film- of theaterstad naar keuze, € 2.000,- voor workshops en masterclasses in de gekozen stad en een masterclass naar keuze van Kemna Training.
Terug op ITs: een award voor de beste danser! De ITs NORMA Dance Award is dit jaar gewonnen door Ivan Ugrin, danser aan de opleiding Moderne Theaterdans van De Theaterschool in Amsterdam. De jury schreef: “Ugrin is een sterke performer met het podium als natuurlijke habitat. Hij beweegt zich schijnbaar moeiteloos in verschillende danstalen en zet de vele mogelijkheden van zijn lichaam in om zowel de theatrale als fysieke aspecten van de voorstelling te dragen. Scène na scène toonde hij een volwassenheid waarmee hij ons het stuk inzoog.” Ugrin gaat er vandoor met € 2.000,- aan prijzengeld, beschikbaar gesteld door het NORMA fonds, te besteden aan de eigen ontwikkeling als danser.
Theaterzaken Via Rudolphi was in 2011 zo aangenaam verrast over de voorstellingen die zij op ITs zagen dat ze besloten The Best of ITs On Tour in het leven te roepen, dit jaar omgedoopt tot ITs hITs on Tour. Een geweldige kans voor de jonge makers om hun werk aan een groot en landelijk publiek te tonen. De drie voorstellingen die in het najaar langs maar liefst 17 theaters gaan touren onder de naam ITs hITs on Tour zijn: Thinking no longer means anymore than checking at each moment whether one can indeed think door Julie Solberg, A whole lot of nothing door Wies Fest en Rundfunk? door Yannick van de Velde & Tom van Kalmthout.
De ITs Playwriting Award werd dit jaar voor de vierde maal uitgereikt. Sofie Tseng ontvangt de prijs voor haar theatertekst Andermansplantjes. De jury over Tseng, student Writing for Performance aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht: “Andermansplantjes gaat over verdriet en eenzaamheid, over onvermogen en hoop. Tseng creëert vier personages waar je heel makkelijk van gaat houden. De stijl is beheerst, getuigt van vakmanschap en ontroert. Elke scène is to the point en draagt bij aan het verhaal. Met veel humor en mededogen ontstaan vriendschappen, liefdes en wordt er rouw verwerkt. En zo helpt Andermansplantjes het leven draaglijker te maken. Andermansplantjes zal in boekvorm worden uitgegeven door Uitgeverij Theaterboek.
De ITs Parade Parel gaat naar de voorstelling die, wat de jury betreft, een plek op de Parade verdient. De ITs Parade Parel gaat dit jaar naar STUDIO/MENSINK/VANDERBROECK met hun voorstelling Raum. Marius Mensink en Dennis Vanderbroeck zullen daarom nogmaals schitteren tijdens de Parade in Amsterdam, in Casa Mondo, van 9 t/m 12 augustus 2013.
De ITs Guest Award, de prijs voor de beste internationale voorstelling, gaat dit jaar naar de productie From Russia with Love van St. Petersburg State Theatre Arts Academy uit Rusland, een coproductie met Toneelschool Maastricht.
De juryleden 2013
ITs Ton Lutz Award: Cees Debets, Karim Ameur, Marc Wortel, Simon van den Berg en Anniek Pheifer
ITs Krisztina de Châtel Award: Luuk van Eijk, Jasper Weck, Anita van Dolen en Suzy Blok
Kemn-A-ward: Tijn Docter, Susan Visser en Leonie Luttik
ITs NORMA Dance Award: Marcelle Schots, Thomas Falk en Cecilia Moisio.
ITs hITs on Tour: Maarten van der Cammen en Marie-Anne Rudolphi
ITs Playwriting Award: Arthur Schmidt, Casper Vandeputte en Berthe Spoelstra
ITs Parade Parel: Christiaan Mooij, Marcus Azzini, Viktorien van Hulst en Marie-Anne Rudolphi
ITs Guest Award: Cees de Graaff, Selma Spahic en Wouter van Ransbeek
ITs Festival Amsterdam 2013 werd gehouden van 21 juni t/m 28 juni 2013. Circa 50 producties van afstuderende podiumkunstenaars waren te zien in zeven verschillende theaters en twee op locatie.
Voor zijn afstudeervoorstelling aan de Amsterdamse Regieopleiding koos Olivier Diepenhorst een opmerkelijk stuk: Berenice van de zelden meer gespeelde Jean Racine. Het is een klassiek drama waarin de drie hoofdpersonen rondom het hof van de Romeinse keizer Titus worstelen met heftige verliefdheid, de pijn van de afwijzing en de eisen die de plicht hun stelt. Diepenhorst maakte van deze bijna vergeten klassieker een zinderende voorstelling, prachtig gespeeld en laverend tussen ingehouden stilering en nauwelijks bedwongen driften. Niet voor niets won hij er de Ton Lutz-prijs mee als beste afstudeervoorstelling.
http://www.youtube.com/watch?v=Jrco59PF_qQ
Interview Olivier Diepenhorst
interviews,TM — simber op 2 oktober 2013 om 10:00 uur
tags: berenice, olivier diepenhorst, ton lutz prijs
Met zijn afstudeervoorstelling Berenice sloot Olivier Diepenhorst een langdurige carrière af aan de Amsterdamse Theaterschool. Hij studeerde eerst voor theaterdocent en de afgelopen vier jaar volgde hij de regieopleiding. Voor Berenice ontving hij de Ton Lutz Prijs voor de meest veelbelovende regisseur. Volgend seizoen gaat hij aan de slag bij de Toneelschuur. “Klassiekers zijn ontdaan van moderne ruis.”
Hoe ben je ooit ‘aan het toneel gegaan’?
Ik heb van jongs af aan meegedaan aan het schooltoneel (op het Christelijk Gymnasium in Utrecht) en zat op de Jeugdtheaterschool. Toen was ik er al mee bezig met wat de regisseur aan het doen was, en hoe ik het net anders zou doen. Ik merkte dat ik er gevoel voor had. Na school kwam ik op de vooropleiding van de Theaterschool, en net als iedereen deed ik ook audities voor allerlei toneelscholen. Gelukkig werd ik snel tot het inzicht gebracht dat dat geen goed idee was.
Ik wilde heel graag zelf theater maken en ik dacht dat ik dat via het acteren moest gaan doen. Mijn dramaleraar van het gymnasium nodigde me uit om een keer te komen regisseren. Hij voelde aan dat dat me beter zou liggen en hij had gelijk. Ik had dus al wel de ambitie om regisseur te worden, maar ik was nog te jong om naar de regieopleiding te kunnen, daarvoor moet je 21 zijn. Ik regisseerde al wel amateurs: dat vond ik leuk en lesgeven ook. De opleiding Theaterdocent was een logische keuze.
En toen ben je meteen doorgegaan naar de regieopleiding?
Nee, ik had net een studie van vier jaar gedaan. Ik wilde niet meteen nóg vier jaar studeren, maar dan een verdieping hoger. Ik heb tussendoor een jaar gewerkt als docent en regie-assistent bij Lotte de Beer en bij Joost van Hezik. Ik kwam erachter dat als ik écht wilde regisseren ik nog veel te leren had en ik zag bij Lotte en Joost wat zij allemaal hadden geleerd. Veel vakmatige dingen, acteursregie, hoe je iemand kan laten spelen wat je wilt dat hij speelt, in plaats van –zoals ik met amateurs deed- mensen überhaupt aan het spelen krijgen.
In je afstudeerjaar regisseerde je Berenice van Racine en Rijkemanshuis van O’Neill. Wat heb je met dat repertoire?
Ik heb een grote liefde voor het verleden, voor oude teksten en voor mooie taal. Op het gymnasium was ik niet zo goed in Grieks vertalen maar wel in de culturele achtergrond. De regieopleiding gaat uit van het leren kennen en regisseren van het toneelrepertoire. Ik vind dat heel fijn om te doen. Ik vind het fijn dat er een verleden met zo’n tekst meeloopt, dat het vaker is gedaan. Zo’n stuk is ontdaan van moderne ruis en als je het ensceneert gaat het meer om de kern: wat doe je als mens in een bepaalde situatie.
Daar hoort bij dat je je moet meten met eerdere voorstellingen die het publiek heeft gezien. Maar dat is relatief: toen ik van plan was om Rijkemanshuis te maken, wist ik helemaal niet dat dat een hit was geweest van Ivo van Hove en dat mijn mentor Chris Nietvelt in die voorstelling meespeelde.
Het is een heel groot goed dat je op de regieopleiding louter op basis van je eigen smaak en fascinaties stukken kunt kiezen. Ik denk dat het verstandig is dat je in de eerste jaren het wereldrepertoire krijgt aangereikt en leert begrijpen, omdat het zo’n rijke bron is.
Ik vind het enorm belangrijk dat stukken als Berenice doorgegeven blijven worden. Dat doe je door ze te blijven spelen. Berenice vind ik om bepaalde redenen heel modern, en daarom is het belangrijk om het nu te doen. En ik hoop daar dan publiek voor te vinden.
Mijn eigen stijl ben ik nog aan het ontdekken. Bij Berenice merkte ik dat de combinatie van de grote nadruk op taal, met daarbij een heel strak gekozen fysieke speelstijl heel goed werkte. Er lag iets onder de tekst waarmee het invoelbaar werd wat er in die mensen omgaat, zij het op een ietwat abstracte manier. Ik hou ook van een zeker minimalisme. Ik gebruik zelden requisieten. In Berenice zit alleen een brief. Meer is vaak niet nodig.
Heb je voorbeelden?
Thibaud Delpeut spreekt me aan. Hij is voorbeeld en mentor. Ik liep stage bij hem en ben zijn assistent geweest. We delen de liefde voor repertoire, en wat me erg in hem aanspreekt is de intellectuele basis in zijn voorstellingen, waaronder een diepe gevoelslaag ligt.
Ik heb altijd veel voorstellingen gezien. Toen ik op de middelbare school die liefde voor theater ontdekte ben ik fanatiek naar de Utrechtse Schouwburg gegaan. Ik hou van het werk van Ivo van Hove, Johan Simons, Guy Cassiers, Susanne Kennedy, Luk Perceval, Alize Zandwijk. Ja, de grote namen. Uiteindelijk wil ik me daarmee wel meten. Ik hou van makers die het groots aan durven te pakken, die op een eigenzinnige manier met teksten omgaan, en die theatraliteit en grote beelden niet schuwen.
Wat ga je volgend jaar doen?
Vanaf half november ga ik Johan Simons assisteren bij Dantons Dood, en daarna Thibaud bij Caligula. Ik maak zelf één voorstelling bij De Toneelschuur: Ashes to Ashes van Pinter.
Het is een stuk zwaarder geworden voor nieuwe regisseurs, maar vooralsnog kom ik goed terecht. De Toneelschuur wil met mij de ‘regeling nieuwe makers’ van het Fonds in gaan en dat ze achter me staan en in me geloven is een zegen. Maar tegelijkertijd zijn de productiehuizen –behalve Frascati– voor hun productiebudgetten nu geheel afhankelijk van het Fonds. Volgens mij is talentontwikkeling heel erg gebaat bij instellingen, waar je je als maker kunt optrekken aan de andere mensen die bij dat huis zitten. Bij de Toneelschuur blijft dat, mede door Frans Lommerse, nog een tijdje gewaarborgd. Maar in de rest van het veld is dat wel een stuk moeilijker geworden. Ik hoop en verwacht dat het Fonds de komende jaren flexibel zal zijn en zich blijft afvragen wat er nu in deze situatie nodig is.
Het lijkt me fantastisch om een eigen groep te hebben, met een eigen huis, maar ik moet ook realistisch zijn. In deze tijd een groep beginnen kost heel veel energie en de begeleiding en de middelen van de Toneelschuur heb je dan niet.
Vanaf half november ga ik Johan Simons assisteren bij Dantons Dood
Berenice was de dochter van Salomé I, die de zuster was van Herodes de Grote. Ze trouwde met haar neef Aristobulus IV, [1] die door zijn vader, Herodes, in 7 v.Chr ter dood werd gebracht. Ze werd ervan verdacht daar de hand in te hebben gehad. Met Aristobulus kreeg ze de volgende kinderen: Herodes Agrippa I, Herodes van Chalkis, Herodias, Mariamne III en Aristobulus Minor. Haar tweede echtgenoot, Theudion (broer van Herodes' eerste vrouw Doris, en oom van Antipater) werd ter dood gebracht, omdat hij samengezworen zou hebben tegen Herodes. Daarop verhuisde Berenice naar Rome, waar ze de gunst genoot van het huis van de keizer.’
Berenice (kort verhaal)
Voor ander gebruik, zie Berenice (het ondubbelzinnig maken) .
Auteur |
|
Oorspronkelijke titel |
'Berenice - A Tale' |
Land |
|
Taal |
|
Genre |
|
Uitgever |
|
Publicatiedatum |
Maart 1835 |
"Berenice" is een korthorrorverhaal van Edgar Allan Poe , eerst gepubliceerd in de Southern Literary Messenger in 1835 . Het verhaal volgt een man genaamd EGAEUS die zich voorbereidt om zijn neef Berenice trouwen. Hij heeft de neiging in perioden van intense focus waarin hij schijnt zich te scheiden van de buitenwereld te vallen. Berenice begint te verslechteren van een onbekende ziekte tot het enige deel van haar resterende gezond is haar tanden, die EGAEUS begint over te obsederen. Berenice is begraven, en EGAEUS blijft haar tanden overwegen. Op een dag EGAEUS ontwaakt uit een periode van focus met een ongemakkelijk gevoel, en het geluid van geschreeuw in zijn oren. Een knecht schrikt hem door hem te vertellen Berenice's graf is verstoord, en ze is nog in leven, maar naast EGAEUS is een doos met 32 met bloed bevlekte tanden en een gedicht over 'een bezoek aan het graf van mijn geliefde. "
Hedendaagse lezers waren geschokt door het geweld van het verhaal en een klacht ingediend bij de redacteur van de Messenger. Hoewel Poe publiceerde later een zelf-gecensureerde versie van het werk dat hij geloofde dat hij moet alleen worden beoordeeld op hoeveel exemplaren werden verkocht.
Inhoud
- 1 samenvatting van het perceel
- 2 Analyse
- 3 Publicatie geschiedenis en kritische reactie
- 4 Aanpassing
- 5 Verwijzingen
- 6 Externe verbindingen
Samenvatting van het perceel
De verteller, EGAEUS, is een leergierige jongeman die opgroeit in een grote sombere herenhuis met zijn neef Berenice. Hij lijdt aan een soort obsessieve stoornis, een monomanie dat maakt hem fixeren op objecten. Zij, die oorspronkelijk prachtige, lijdt aan een niet nader degeneratieve ziekte, met periodes van catalepsie een bepaald symptoom, die hij aanduidt als een trance. Toch zijn ze te wijten aan trouwen.
Op een middag, EGAEUS ziet Berenice als hij zit in de bibliotheek. Als ze lacht, richt hij zich op haar tanden. Zijn obsessie grepen hem, en voor de dagen dat hij drijft in en uit bewustzijn, voortdurend na te denken over de tanden. Hij waant zich met de tanden en draaien ze over te onderzoeken vanuit alle hoeken. Op een gegeven moment zegt een dienaar hem dat Berenice is overleden en wordt begraven. Toen hij naast zich bewust wordt, met een onverklaarbare angst, vindt hij een lamp en een klein doosje voor hem. Een andere dienaar komt, melden dat een ernstige inbreuk is gemaakt, en een gehuld verminkte lichaam gevonden, nog in leven. EGAEUS vindt zijn kleren zijn bedekt met modder en bloed, en opent de doos te vinden het tandheelkundige instrumenten en "tweeëndertig klein, wit en ivoor zoek stoffen" bevat - Berenice's tanden.
Het Latijnsemotto , "Dicebant mihi Sodales si sepulchrum amicae visitarem, curas MMO aliquantulum voorgrond levatas," aan het hoofd van de tekst kan worden vertaald als: "Mijn collega zei tegen mij, als ik het graf van mijn vriend zou bezoeken, zou ik enigszins te verlichten mijn zorgen. " Dit citaat wordt ook gezien door EGAEUS in een open boek tegen het einde van het verhaal.
Analyse
In "Berenice," Poe werd naar aanleiding van de populaire tradities van Gothic fictie , een genre goed gevolgd door Amerikaanse en Britse lezers gedurende meerdere decennia. [1] Poe, echter, maakte zijn gotische verhalen steeds geavanceerder, het dramatiseren terreur door meer realistische beelden . [2] Dit verhaal is een van Poe's meest gewelddadige. Als verteller kijkt naar de doos die hij onbewust weet bevat tanden van zijn neef, vraagt hij zich af: "Waarom ... heb de haren van mijn hoofd rechtop zich op het einde, en het bloed van mijn lichaam geworden gestold in mijn aderen?" Poe niet daadwerkelijk onder de scène waar de tanden uitgetrokken. De lezer weet ook dat EGAEUS was in een trance-achtige toestand op het moment, niet in staat te reageren op aanwijzingen dat zijn neef was nog in leven toen hij de gruwelijke daad. Daarnaast is het verhaal benadrukt dat alle 32 van haar tanden werden verwijderd.
Het belangrijkste thema ligt in de vraag die EGAEUS vraagt zich af: "Hoe komt het dat van schoonheid die ik een soort unloveliness hebben afgeleid" [3] Poe gebruikt ook een personage getroffen met monomanie voor de eerste keer, een apparaat gebruikt hij vele malen weer. [2]
Tanden worden symbolisch gebruikt in veel van Poe's verhalen te symboliseren sterfte. Andere toepassingen zijn het "graf en walgelijk" paard tanden in " Metzengerstein ", lippen kronkelend over de tanden van de gebiologeerd man in" De feiten in de zaak van M. Valdemar ", en het geluid van rooster tanden in" Hop-Frog " . [4]
EGAEUS en Berenice zijn beide representatief karakters. EGAEUS, letterlijk geboren in de bibliotheek, vertegenwoordigt intellectualisme. Hij is een rustige, eenzame man, wiens obsessie benadrukt alleen maar zijn interesse op het denken en onderzoek. Berenice is een meer fysiek karakter, omschreven als "onzorgvuldig zwerven door het leven" en "lenig, sierlijk en vol met energie." Ze is echter een onderdrukte vrouw, die "sprak geen woord" in het verhaal. Haar enige doel, zoals bij veel van Poe vrouwelijke personages, is om mooi te zijn en te sterven. [5] zijn interesse in de volledige persoon van Berenice EGAEUS verliest als ze ziek, ze wordt een object om te analyseren, niet te bewonderen. Hij ontmenselijkt haar door het beschrijven van "het" voorhoofd van Berenice, in plaats van "haar" voorhoofd. [6]
Poe misschien de namen van de twee personages te bellen om de conventies van erg oude Grieksetragedie . Berenice naam (wat betekent "brenger van de overwinning") komt uit een gedicht van Callimachus . In het gedicht, Berenice belooft haar haren naar Aphrodite of haar man terugkeert uit de oorlog veilig. EGAEUS kan afkomstig zijn van Aegeus , een legendarische koning van Athene die zelfmoord had gepleegd toen hij dacht dat zijn zoon Theseus gestorven was een poging om de doden Minotaurus . [2]
De laatste regels van het verhaal met opzet langdurige behulp van een reeks van voegwoorden aansluiten van meerdere clausules. Het ritme en de zware accenten medeklinker en lange klinkers geluiden helpen verenigen het effect. [7]
Dit is overigens een van de weinige Poe verhalen waarvan de verteller is vernoemd.
Belangrijke thema's
Verschillende vaak herhaalde thema's in de werken van Poe's zijn te vinden in dit verhaal:
- De dood van een mooie vrouw (zie ook " Ligeia "," Morella , "" The Oval Portrait ',' De filosofie van de samenstelling ")
- Levend begraven (zie ook " The Cask of Amontillado "," De val van het Huis van Usher , "" The Premature Burial "- levend begraven is ook heel kort in" Hoe een Blackwood artikel "als bron van genoemde mogelijk inspiratie voor De Signora Psyche Zenobia)
- Psychische aandoening (zie ook " De val van het Huis van Usher , "" The Tell-Tale Heart "," Het systeem van Arts Tarr en Professor Fether ")
- Catalepsie (zie ook " The Premature Burial , "" De val van het Huis van Usher ")
Maak jouw eigen website met JouwWeb